Beste mensen,
Het heeft even geduurd, maar hier is dan mijn verslag van ons weekje Selva. Ik vrees dat het weer erg lang geworden is, maar blijkbaar kan ik nu eenmaal niet anders.
Het is vrijdagavond 20 februari, half tien, als we vertrekken vanuit de Hoekse Waard richting Italië. Ervaring met ’s nachts rijden hebben we niet. Normaal gesproken vertrekken we altijd rond half vijf ‘s morgens. Maar ons nichtje had deze dag gepland als haar trouwdag en daar mochten we niet bij ontbreken. Dus nu dan maar een keer ’s nachts rijden. Ik had een bijna lege Duitse Autobaan verwacht. Niet dat we in de file staan, maar rustig is het ook niet.
Rond een uur of vijf ’s morgens verspelen we een UUR bij een pompstation (we stonden per ongeluk bij de vrachtwagendiesel, en nog een hele rij voor ons, en dat schoot niet bepaald op) en dat was voor ons waarschijnlijk de nekslag. Even later komen we in een file terecht en de Fernpassroute duurt een eeuwigheid. 10 kilometer rijden in drie uur tijd, daar wordt je niet echt vrolijk van.
Uiteindelijk komen we rond een uur of half vier aan bij ons pension in Selva. Een hartelijke begroeting volgt en frau Insamm informeerde direct naar de bil van Pieter (zoiets vergeet ze natuurlijk nooit meer). Vervolgens de groep gesplitst en de ene helft gaat op weg voor helm, het huren van ski’s enz. Samen met mijn vriendin ga ik skipassen komen. Met de creditcard van mijn man. Ik moet 1864 euri’s afrekenen en mevrouw controleert NIET de handtekening (waar ik op zich wel blij mee ben want die klopt uiteraard niet) en vraagt ook niet om een pincode (die ik uiteraard wel weet). Hier ben ik toch wel een beetje verbaasd over. ’s Avonds gaan we eten bij ‘L Muliné. Vorig jaar hebben we daar iedere avond gegeten en dat zijn we dit jaar ook weer van plan. Lekker eten, geen auto nodig, iedereen kan dus een glaasje drinken, wat wil je nog meer…
Biefstukjes op hooi bij ‘L Muliné.
Ik denk dat iedereen die op wintersport is ’s morgens direct de gordijnen open schuift als ie wakker wordt. Bij ons is het niet anders. Even kijken wat het weer ons te bieden heeft. En natuurlijk even een fotootje van de Sassolongo. Ik sta tegelijkertijd op het balkon met Pieter, die de kamer naast ons heeft. En passant maken we ook maar gelijk een foto van elkaar.
Tegelijkertijd neem ik me voor iedere morgen de Sassolongo te fotograferen. Het hangt natuurlijk van het weer af, maar meestal bieden zon, wolken en rotsen een mooi spel dat zich leuk laat vastleggen.
De Sassolongo.
Bijna vergeet ik te melden dat ik sinds een week de troste eigenaar ben van een spiegelreflexcamera. Dus die moet natuurlijk wel uitgeprobeerd worden. Meenemen de piste op doe ik niet. Daar vind ik hem te groot voor. Mijn compactcameraatje past zo lekker in mijn jaszak.
Ik en mijn nieuwe spiegelreflex.
Besloten wordt de eerste skidag terug te keren naar de plek des onheil, waar Pieter vorig jaar crashte en daardoor nu een patchworkje op zijn bil heeft. Col Raiser en de Seceda. We verzamelen bij het bruggetje van de rode Saslong. Onze zoon en zijn vriendin en nog twee vrienden logeren in dezelfde straat. Met de metro zijn we vroeg aan de ‘overkant’ en de pistes zijn heerlijk rustig. De zon doet flink zijn best, de sneeuw is werkelijk geweldig, dus het is helemaal genieten. De 10,5 km afdaling naar Ortisei heb ik nog nooit zo super meegemaakt. Heerlijke sneeuw en er lijkt geen eind aan te komen.
Waterval onderweg naar Ortisei.
Rustige pistes op de Seceda.
De enige actiefoto van mij. Sorry Arjan, hier moet je het mee doen.
Ik ben nogal Bourgondisch ingesteld, dus je begrijpt wel dat ik altijd uitkijk naar het eten op de piste. We hebben hetzelfde hutje genomen als vorig jaar. Ik kan me nog herinneren dat mijn man goulashsuppe had en tegen de ober zei dat hij het zo lekker vond. De ober vertelde toen dat er vlees in zat van hun eigen koeien. Kijk, daar houd ik nou van. Gewoon goed eten. Mijn tagliatelle met hertenragout was dan ook heerlijk. En dan te bedenken dat een week veel te kort is om al die Italiaanse heerlijkheden te proberen. Jammer hoor!
De Malga Odles Hütte, the place to be voor een heerlijke maaltijd op de Seceda.
Halverwege de middag pakken we de metro weer om naar onze eigen kant te gaan en daar nog een paar pistes te nemen en dan zit de eerste dag er alweer op. Nu alleen nog even ‘off-piste’ het weilandje over skiën naar ons pension. Het is een stukje van zo’n 150 meter met hier een daar wat hobbels en bobbels. Dat was vorig jaar iedere dag een leuke uitdaging. Toen was het papsneeuw, nu was het zo’n meter diep, redelijk verse sneeuw. Er lagen wel wat spoortjes over het weilandje, maar wat is nu de beste route? Natuurlijk eindig ik met mijn kont in de sneeuw en kan ik geen kant meer op. Gelukkig hebben we Thijs in ons midden: brandweerman, dus hulpverlener en mensenredder…Hij graaft me vakkundig uit.
Gered door Thijs.
’s Avonds weer naar ‘L Muliné. ’s Avonds hebben ze daar twee shifts: je kan reserveren voor half zeven of half negen. Beide tijden vinden wij niet fijn. Half acht of acht uur zouden we liever hebben. Die avond proberen we voor de andere avond en de rest van de week om half acht te bespreken. Maar mevrouw is onverbiddelijk: óf half zeven, óf half negen. Dus besluiten wij de rest van de week ons heil ergens anders te zoeken. Onbegrijpelijk vinden wij het. Het restaurant zit alles behalve vol en wij zijn wel met een groep van 10 personen. Lijkt me best wel de moeite om daar de rest van de week zeker van te zijn…
Dezelfde avond nog klimmen we in de telefoon en maken voor de volgende avond een reservering bij Rino, om half acht.
Maandag besluiten we naar Lagazuoi te gaan. Maar dat feest gaat mooi niet door. Wat een drukte is dat bij de Sella Ronde verbindingsliften. Eénmaal aangekomen in Alta Badia besluiten we toch maar dat we de plannen moeten wijzigen. We hebben teveel tijd verloren.
Inmiddels is wel duidelijk dat het skiën in een grote groep gewoon langzamer gaat. Ook al is het skiniveau van iedereen redelijk hetzelfde. Vooral bij de liften merk je dat als het zo druk is. Soms kunnen er wel 20 stoeltjes verschil zijn tussen nummer één en nummer tien van de groep.
Dus besluiten we om ons in Alta Badia te vermaken die dag. We slaan de koffiepauze over en besluiten vroeg te eten en belanden (niet toevallig hoor) in Punta Triëste op de pistes van Pralongia. Alle tafels zijn daar gereserveerd en uiteindelijk krijgen we een tafel die we ruim drie kwartier kunnen gebruiken. Spaghetti Carbonara is zeer favoriet aan onze tafel en het wordt geserveerd in een grote pan. Als we weer buiten staan zien we de bewolking flink toenemen en achteraf is het misschien dan toch niet zo gek dat we niet naar Lagazuoi zijn gegaan.
De laatste piste naar huis is natuurlijk de Saslong. We besluiten boven de zwarte te nemen en dan later verder over de rode. Maar die zwarte is bovenin zoooooo steil, dat ik mijn grip verlies en onderuit ga. Tja, en val je eenmaal op zo’n steile piste, dan ga je ook echt. Vijftig meter verder kom ik tot stilstand. Piste gelijk helemaal aangeveegd dus.
Bovenaan de zwarte Saslong
Zojuist de zwarte Saslong aangeveegd,
’s Avonds voor het eerst naar Rino. Dit restaurant is op dit forum al een paar keer genoemd in het verleden, dus vandaar deze keuze. Uitstekend restaurant! Niets te veel gezegd Richard. Een vrolijke ober die ons bedient en de slijmjurk doet zelfs zijn best om Nederlands te spreken. Uiteraard steeds dezelfde woorden. De jongelui besluiten die avond zich in het uitgaansleven van Selva te storten en brengen een bezoek aan Luis Keller. We krijgen de boodschap mee de andere ochtend niet op hen te wachten. Ze komen wel later.
Dinsdag vertrekken we richting Stenen Stad om ons te vermaken op o.a. Col Rodella en Plan de Gralba. Het weer is ons net als gisteren, minder goed gezind en af en toe is het bewolkt. Het lijkt wel Holland Sport: petje op, petje af. En Sjaak, mijn man, heeft dat vooral met de brillen: dan weer zijn gewone zonnebril, dan weer zijn skibril. Je kan eigenlijk maar beter weten waar je aan toe bent toch? We eten bij de Friedrich August Hütte. Ook weer zo’n superhut! Dit jaar hebben ze daar buiten een enorme Schotse Hooglander neergezet. Excuses, ben vergeten een foto te maken van dat ding. Maar jullie weten vast wel hoe zo’n beest eruit ziet toch?
Bewolking op Col Rodella
Plan de Gralba
Marcella, vriendin van onze zoon is ’s middags even ‘out of control’ en vliegt vlak naast een lift het net in. We zijn wel blij dat Pieter dit jaar weer met ons mee skiet. Hij is de paparazzi van onze groep en altijd snel paraat met zijn camera. Dan heb je van zo’n valpartij wel gelijk het juiste plaatje.
Marcella “out of control”
En op weg naar huis bovenaan de Saslong weer voor zwart gekozen het eerste stuk. Maar blijkbaar is onze relatie dit jaar niet zoals ie wezen moet, want weer glijd ik onderuit en veeg de piste tientallen meters schoon. En weer staat Pieter natuurlijk klaar met zijn camera.
Ik leg me er bij neer: de rest van de week neem ik wel rood.
Woensdag. Gisterenavond had Marcella maagproblemen en ze zouden wel kijken of ze vandaag wat later nog kunnen aanhaken. We besluiten dan maar om dicht bij huis te blijven. Het was na twee dagen bewolking weer prachtig zonnig, dus vooruit, we doen dan nog maar een dagje Seceda en Col Raiser. Het ligt daar bijna helemaal in de zon, dus lekker! Koffie drinken we bij Anna aan de afdaling naar Ortisei, ook weer in de zon natuurlijk. Zouden we dan toch nog met een bruin hoofd thuis komen?
Vanuit de stoeltjeslift, die naar de top van de Seceda gaat heb ik helemaal rechts in de verte een restaurantje zien liggen. Lijkt me een leuke bestemming voor de lunch. We eten daar weer heerlijk.
En helemaal achteraan op de foto het restaurantje. De naam ben ik vergeten. Sorry.
Weer een goed adres om op mijn lijstje bij te schrijven. De jongelui besluiten om off-piste terug te skiën naar de hoofdpiste en het pad te laten voor wat het is. Sjaak en ik besluiten mee te gaan. Op het weilandje achter ons pension na, wordt dit mijn eerste echte off-piste ervaring. Om een lang verhaal kort te maken: binnen 10 meter lig ik op mijn snufferd en kan niet meer heen of weer. Mijn skies krijg ik niet uit, het gaat gewoon niet. Sjaak kluunt een stukje terug om mij weer vlot te trekken, en na veel vijven en zessen lukt dat eindelijk. Zijn skies zijn inmiddels ook uit, en om niet helemaal weg te zakken houdt hij zijn ski’s met zijn handen vast om zo vooruit te kruipen tot een stuk waar de sneeuw wat steviger is en waar hij weer kan staan zonder weg te zakken. De rest van het parcours leggen we vlekkeloos af en dit was natuurlijk een tochtje om niet meer te vergeten.
Gestrand, maar gelukkig hulp onderweg!
Donderdag besluiten we om nog een serieuze poging richting Lagazuoi te doen. Om half negen staan we dan ook bij de cabinelift van de Saslong en zijn nu redelijk op tijd in Alta Badia. Bij één van de stoeltjesliften in Alta Badia zie ik dat er een klasje met kleintjes netjes in een rij wordt gezet (door 3 skileraren). Vervolgens wordt ik aangesproken door een skileraar of ik één van de kleintjes naast me wil hebben in de lift. Op mijn positieve antwoord wordt me gevraagd welke taal ik spreek. Als hij dan hoort dat ik Nederlands ben wordt er een Nederlands meisje uit de rij geplukt en naast me gezet. Dit is het eerste jaar in Italië dat ik klasjes tegenkom. Maar in het verleden in Frankrijk en Oostenrijk werd er gewoon een kind naast je gezet in de lift (waar ik ook geen probleem mee had). Dit vond ik toch wel heel erg goed overkomen.
Prachtig plaatje onderweg in Alta Badia.
Als we aankomen bij Armentarola schrikken we ons helemaal lam. Superdruk! Ik heb dat nog zo nooit meegemaakt daar. Het kost ons een half uur voor we een plekje hebben in een bus. Bij Passo Falzarego staan we vervolgens nog een half uur in de rij voor we uiteindelijk in de lift staan (uiteraard als haringen in een ton). Ik neem me voor nooit meer naar Lagazuoi te gaan in zo’n drukke vakantieweek. Maar toegegeven, als je daar éénmaal bent ga je zo op in de schoonheid van het landschap dat je het snel weer vergeten bent. Dit jaar laten we de afdaling naar rechts maar zitten, want we hebben geen zin om weer een half uur in de rij te staan bij de lift. En dan te bedenken dat ik ook het nieuwe rondje 5Torri had willen maken.
Ik stel nog voor om op de top te eten (rif. Lagazuoi), maar één uit de groep vindt: bij het uitstapje Lagazuoi hoort een maaltijd van Scotoni. Dus wij richting Scotoni. Nou, je begrijpt het al, daar zijn we ook niet de enigen. Maar, uiteindelijk lukt het toch om voor 10 personen iets te regelen en we zitten nog bij elkaar ook.
Mooie plaatjes bij Lagazuoi.
Na de maaltijd glijden we richting bevroren waterval en onze jongelui trekken de skies uit, stappen over het randje van de piste naar de waterval voor een foto. Ik roepen: jongens, zet even die helm af, dat staat wat leuker. Helmen af dus, maar mijn zoon legt hem niet goed neer en dat ding rolt met een behoorlijke vaart naar beneden en uiteindelijk zelfs de piste op. Sta je raar te kijken hoor. Gelukkig is er een aardige Italiaan die hem een stuk verder opvangt en hem veilig weg legt.
De waterval
Oeps, daar gaat de helm.
Na enige stevige kluunarbeid komen we bij de paarden en ook de boeren hadden een vooruitziende blijk vandaag, want ze hebben een span paarden extra ingezet.
Natuurlijk zijn ook op de terugweg de liften richting Selva druk. Maar, uiteindelijk zijn we gewoon op tijd en hoeven we niet te stressen voor de laatste liften.
Wachten tot de “knollen” vertrekken.
Voor vrijdag staat de Seiseralm op het programma. We skiën naar Monte Pana en daar nemen we de bus richting Saltria. Mooi ritje en het respect voor de chauffeur is groot. Een heel smal besneeuwd pad met hier en daar de nodige bochten. Als we aankomen ligt de Seiser Alm er zeer uitnodigend bij. Het landschap is hier fantastisch mooi; helaas zijn de pistes hier zeer eenvoudig met hier en daar veel kluunwerk. Het is wel jammer dat ik dit stuk van de Dolomieten niet goed ken. Daarom was ik wat voorzichtig met het uitstippelen van de route. Ik wist niet goed hoe snel we weer terug konden zijn en half vier moet je toch wel weer bij de bushalte staan. Ik zag vanuit mijn ooghoeken nog wel een paar leuke pistes liggen, maar durfde het niet aan vanwege de tijd.
Koffie drinken we bij Zallinger. Wat een paradijselijk uitzicht heb je daar. Het is daar ook zo stil. Geen liftgeluiden, geen geluid van glijdende skiërs, echt fantastisch. Pieter gaat later ook nog van de racebaan en klokt zo’n 85 km per uur.
Uitzicht vanaf het Zallinger-terras.
Schlern
Nog een paar mooie plaatjes Seiser Alm.
De tortelduifjes in onze groep besluiten om ’s middags samen te gaan skiën, maar dat valt niet mee. Ze blijven ons maar tegenkomen bij de liften en uiteindelijk staan ze ook bij de bushalte als wij daar aankomen.
Dit jaar vertrekken we pas op zondag. We hebben een extra overnachting geregeld in Laions, dus hebben we de zaterdag nog om te skiën. De temperatuur is echter behoorlijk opgelopen, dus we kiezen voor pistes die niet met hun ‘gezicht’ in de zon liggen. De bestemming wordt Col Rodella, met koffie en strudel bij Friedrich August, daarna Belvedère en weer terug voor een late maaltijd weer bij Friedrich August waarna we Plan de Gralba nog aandoen.
Het “vlees” in voorraad bij de Friedrich August Hütte.
Uitzicht vanaf het hoogste punt bij Belvedère op het Sella Massief.
Uitzicht vanaf Belvedère op de pistes van Col Rodella.
Gewoon een leuk plaatje.
Deze drie stukken Dolomieten geven goede mogelijkheden bij wat hogere temperaturen. De sneeuw blijft behoorlijk goed en zeker op Plan de Gralba. Dat ligt nagenoeg heel de dag in de schaduw van de Langkofel. Opvallend is ook dat het veel rustiger is die dag.
Aan het eind van de dag skiën we voor de laatste keer het weilandje over. Iedere dag is er minimaal één persoon onderuit gegaan op dat stukje. Eigenlijk was dat weilandje voor ons nog het meest spannende stukje van deze vakantie. Sjaak heeft ook op dat weilandje een stukje afgelegd op zijn knieën met zijn ski’s onder zijn handen. Het grappige is dat onze pensionhoudster dat heeft gezien en bij onze binnenkomst kwam ze gelijk vragen wat hij daar nu aan het doen was. Die vrouw heeft zich natuurlijk krom gelachen.
Rond zes uur komen we aan in Laions. We eten daar mee en het contrast met ons vorige pension is groot. Waar ons pension in Selva toch wel behoorlijk Oostenrijks aandoet hebben we hier in Laions het gevoel dat we echt in Italie zitten. De mevrouw die voor ons kookt is een echte Italiaanse mama, die zo uit een Bertoli-reclame lijkt te zijn weggelopen. Ook zijn de kamers hier niet zo proper als in Selva. Maar ja, voor één nachtje overleven we het wel.
Op zondag zonder files naar huis gereden. Wat een luxe. Als je dan op maandag opkomt en een rondje door de tuin loopt, dan zie je sommige struiken al aanstalten maken richting het voorjaar. Raar is dat. Als je vertrekt naar de wintersport heb je het gevoel nog echt in de winter te zitten, en als je thuis komt lijkt het plotseling voorjaar. En toch is het verschil maar één week.
Snel nog even de hond ophalen bij mijn schoonzus en zwager. Hond kijkt me heel beledigd aan en denkt vast: volgend jaar trap ik er niet meer in.
Weer een dag later zit mijn man bij de kapper naast één van de plaatselijke ondernemers, die hem vertelt dat hij voor het eerst naar Amerika is geweest met wintersport, Aspen. Het was erg leuk vertelde hij, maar het haalt het niet bij de Dolomieten. Grappig, want hij wist niet dat Sjaak daar net vandaan kwam.
Ons hoor je wederom niet klagen over de Dolomieten. Alles was weer super. En wat het weer betreft: 5 dagen prachtig weer en 2 dagen wissenlende bewolking.
Dan kan toch ook een stuk slechter, is het niet?