Mijn rankings zijn gebaseerd op persoonlijke herinneringen, dus niet op basis van aantallen liften, hoogteverschillen en pistekilometers.
Periode 1 = 1981-1989. Hoofdzakelijk Oostenrijk. Toen heb ik het geleerd, op de wereldberoemde Vögelsberg.
Met mijn ouders en een bevriend Duits stel hebben we vanuit het al even befaamde Baumkirchen (halve)dagtochtjes gemaakt.
Als ik een top 5 moet geven, dan ongeveer zo:
1. Mutterer Alm, en dan vooral die ene keer dat alles faliekant mis ging.
In plaatsen komen waar ik nog nooit was geweest, de laatste bus missen, autosleutels kwijt raken, elkaar kwijt raken, lege accu.
En dat allemaal in een tijd waarin internet, E-mail en mobiele telefoons niet bestonden.
Maar ook mijn eerste keer daar, met de skiklassen van de Vögelsberg als afsluiter van de week. 20 km pisten, wat was dat groot.
2. Sölden. De autorit duurde bijna twee uur maar het was het waard. Ik droomde ervan het hele gebied te doorkruisen, aan de hand van een skikaart.
Die droom werd toen werkelijkheid: het lukte me, van de ene naar de andere kant en weer terug in een halve dag.
110 km pisten, wat was dat in die tijd een groot gebied.
3. Gries am Brenner. Uitstapje met wat bevriende Oostenrijkse jeugd.
We spendeerden meer tijd aan skiën over bospaden en weilanden dan aan het pistewerk, inclusief een route onder de Brennerautobahn door.
4. Glungezer, Tulfes. Dit was onze thuishaven toen de Weerberg te klein bevonden was. Hier was lange tijd de langste piste van Tirol te vinden.
Ik herinner me nog dat mijn ouders vanwege de sneeuwval en de kou niet wilden, maar ik wilde koste wat kost gaan.
Ik heb het geweten. Het was niet te harden! Na twee uur had ik er genoeg van.
Ik ben de tien kilometer van Tulfes naar Baumkirchen naar huis gelopen, op skischoenen, met de ski's en stokken als draagstelletje.
Staat in het collectieve geheugen van mijn familie gegrift.
5. Weerberg. Onze eerste capriolen op eigen houtje. Met een sleeplift waarin je gelanceerd werd. Gegarandeerd geen wachttijden.
Periode 2 = 1993-2004. Hoofdzakelijk Frankrijk. Met studenten in de bus, 7 nachten hutjemutje in een oversizede bezemkast.
1. Espace Killy (1998 en 2002). Vooral vanwege de eindeloze tochten en mijn consequente weigering om lunchpauze in de acco te houden.
Beide keren naar de Aiguille Percée geweest, in het gat geklommen. Slalommen tussen de omgevallen boomstammen op de Vallon de la Sache.
Tignes-les-Brévières met die fresco op de stuwdam. De Olympische afdalingspiste. De Epaule de Charvet naar Val d'Isère.
Descente aux flambeaux op donderdagavond vanaf Le Panoramic terug naar Tignes.
Een knotsgekke bluesgitarist in een grot en een live band in La Poste.
Toen de Tommeuses nog een trage dubbele driezitter was. En je in Le Laisinant met de bus naar het dorp moest.
2. Les Trois Vallées (1996 en 2001). Ook hier lange tochten gemaakt, maar voor mijn gevoel zat ik te snel weer in een lift.
En steevast op de klok kijken opdat de laatste aansluiting naar Les Menuires/Val Thorens werd gehaald.
Apres-ski in een internationale kroeg waar ook Fransen kwamen en een live band speelde.
3. Les Quatre Vallées (2000 en 2004). De experimenten, namelijk Zwitserland en resp. de auto en de trein.
Voor velen de eerste echte offpiste ervaring. Je weg zoeken tussen rotsblokken en uitgetrapte skisporen.
Proberen op 1 dag van Veysonnaz naar La Tzoumaz te skiën en terug. Bruson net niet meer gehaald.
De inktzwarte piste vanaf de Mont Fort, en daarboven waaghalzen die berg van de achterkant zien nemen.
Het eerste experiment lukte, het tweede experiment niet. Het betekende een pijnlijk einde van een tijdperk.
Het kan geen toeval zijn dat Gary Jules “Mad world” dat moment een hit was; eerste strofe en refrein zeggen alles.
4. La Plagne (1999) en Les Arcs (2003). Toen nog niet verbonden met een gondel.
In La Plagne vooral op het laatst veel losse sneeuw en amper zicht. Vooral veel op de tast geskied.
Een enthousiaste Bizz-reisleider: “Maak ook eens een skitocht naar de echte dorpjes in dit gebied”.
38 minuten in een cabine gezeten. Harakiri en Kamikaze pisten. Gaan we die bobsleebaan nu doen of niet? Nee dus.
Bij gebrek aan zwart een dagje Val d'Isère gedaan (busreisje van de touroperator).
In Les Arcs geen gebrek aan zwart op de Aiguille Rouge. OK, wie gaat hem doen, die vliegende kilometer?
5. Le Corbier (1993). Kunnen we hier ook PINnen? Verdwalen in het gangenstelsel. Gebrek aan sneeuw, sommige hellingen waren een en al modder.
Mountainbikes mee in de gondel en hiermee een afdaling op de skipiste gemaakt. Pijnlijke kennismakingen met de Franse Poma-sleepliften.
In de bus van St. Jean d'Arves de weg onder je door zien gaan.
Periode 3 = 2005-nu. Vooral Zwitserland en vooral all by myself, hotel op basis van halfpension.
1. (met afstand) Zermatt (2006 en 2008). Afdalingen van meer dan 10 km zijn daar normaal. Gondels die recht omhoog gaan. Bijna 4000 m hoogte.
Bijna 2400 meter hoogteverschil. IJssculpturen. Elektrische taxi's en zowaar top apres-ski in de Papperla en de Hennu Stall. Dagje over de grens.
Geen auto's.
2. Davos en Klosters (2005 en 2009). Ook hier lange afdalingen, o.a. Weissfluh-Küblis 12 km.
Pisten die via indrukwekkende landschappen voeren en in verlaten gehuchten eindigen, ver weg van de gekmakende massa's.
Nachtskiën op de Parsenn. Wandelingen door stad en dorp. Katapult bungee als apres-ski op de Bolgenschanze. Door 20 cm verse poeder op de laatste dag.
3. Saanen (2010). Een zeer aangename verrassing, 250 km pisten. Waanzinnig mooie reis ernaartoe, met uitzicht op het Meer van Genève.
Weilanden skiën vs. hoogalpine gletsjer met inktzwarte piste en bloed-enge gondels. Een trein die dwars door het skigebied rijdt.
Verbindingen naar Adelboden en Les Diablerets mogelijk (niet inbegrepen). Liften die gesloten waren vanwege eerdere ongelukken.
4. Jungfrau gebied (2007 en 2011). Vooral veel pech wat betreft sneeuwomstandigheden. Skiën in de regen. Groendelwald. Maar ook: potje curling met hotelgasten.
De Lauberhorn wedstrijdpiste. De James Bond afdaling, de Inferno afdaling. Zicht op de Brienzer en Thuner See. Waterskiën op de First.
5. Oberstdorf (maart 2007). Een extraatje, om de gemiste skidagen wat goed te maken. Nebelhorn en Fellhorn samen in 1 dag gedaan.
En zo beland je in het skispringstadion, kijk je naar een stuntman die de schans op een motor neemt en zie je een optreden van Revolverheld voordat ze in Duitsland doorbraken.