Hierbij een nieuwe poging om mijn verslag 2008 er goed op te krijgen. Heb nog even naar foto's gezocht. Ik weeet niet zeker of het exact de foto's zijn die de ik de vorige keer gebruikt heb, maar ik heb in ieder geval mijn best gedaan. Van één foto weet ik zeker dat het de goede is: Pieter z'n bil.
Vrijdag 22 februari vertrokken we (mijn twee kinderen, man en ik, en onze vrienden met hun zoon) naar Italie. De eindbestemming zou vandaag Laion zijn, zodat we de andere dag nog maar een klein stukje hoefden te rijden tot Selva.
Na een voorspoedige reis arriveerden we om een uur of vier in ons pension De Arc van Noach in Laion. Een bijzonder vrouwtje heette ons welkom in haar bijzondere huis. De kinderen hadden met z’n 3en een kamer en met onze vrienden deelden we voor 1 nacht een groot appartement. Heel het appartement stond vol met prullaria. De kasten stonden vol met voorraad eten, drinken etc. De ontbijtruimte stond vol met allerlei oude spullen zoals een oude grammofoon, een oude telefoon etc. En alles werkte. De grammofoon werd even aangezet om het te demonstreren en de telefoon ging ook een paar keer over. Heel apart. De andere ochtend had mevrouw een paar verschillende caken gebakken als ontbijt. Ook had ze zelfgemaakte jams. Alleen de bedden hadden iets comfortabeler gekund. Maar ja, je kan niet alles hebben.
De volgende morgen moesten we nog zo’n 15 km. naar Selva. Gelukkig was het nog niet zo heel druk dus we waren er redelijk snel. Onze auto wilden we gelijk parkeren naast ons pension wat zeer in de nabijheid lag van de rode Saslongafdaling. Bij aankomst werden we verwelkomd door onze gastvrouw van de komende week en onze kamers waren al klaar. Heerlijk toch, die ijverige huisvrouwen.
Vanuit ons pension moesten we ongeveer 200 mtr. lopen tot een besneeuwd veld, alwaar we al skiënd een spoor konden volgen naar de piste. Lekker makkelijk dus. Aan het eind van de dag konden we terug via een besneeuwd weilandje, waarna we tot de waslijnen van ons huis konden skiën. Ideaal.
We besloten die dag wat te skiën in de omgeving. Eerst de Saslong (nog nooit begon ik mijn skivakantie met een zwarte afdaling) en vervolgens met de metro naar de andere kant. Dus Col Raiser en Seceda. Tot de lunch verliep alles zoals we het gepland hadden.
De wereldbekertijden van dit jaar. Je moet tenslotte wel een uitdaging hebben.
Ons eerste terras deze vakantie.
Een heerlijke lunch op Col Raiser en een strak blauwe lucht waren goede voortekenen voor de rest van onze vakantie dachten we. Helaas, niets was minder waar. Na de lunch besloten we de korte zwarte van Col Raiser te nemen. De sneeuw was papperig, maar dat weerhield Pieter (de zoon van onze vrienden) er niet van om met de turbo erop naar beneden te gaan. Onderaan de zwarte maakte hij een flinke crash en hij kon zijn ski’s zo’n 10 meter verder gaan ophalen. Hij kreeg een preek van mijn man en ook van zijn vader. “Je bent tenslotte niet alleen op vakantie en als je averij oploopt, lijdt meestal de hele groep eronder, weten we helaas uit ervaring. Dus s.v.p. een beetje nadenken wat je doet.”
Tijdens de volgende afdaling bleek dat de preek te laat kwam. Pieter constateerde op een gegeven moment dat er bloed aan zijn hand zat en vroeg onze zoon even te kijken bij zijn bil. Mijn zoon heeft nog nooit in zijn leven zo’n grote wond gezien. Tien centimeter doorsnede en het vel er helemaal af. Gewoon rauw vlees. Hij schrok zich dood.
Pieter z'n bil.
De hulptroepen gealarmeerd bij de volgende lift en de carabinieri kwam en heeft de wond enigszins verbonden. Hij had dit nog nooit gezien. Samen met nog een carabinieri de lift in naar de gondel en daar naar beneden. In Ortisei stond een ambulance en zo ging Pieter op weg naar de dokter in Selva. Daar bleek hij toch nog ‘geluk’ te hebben die dag. Er was een plastisch chirurg nodig en toevallig was er een professor uit Bologna in het dorp. Anders had hij naar het ziekenhuis in Bolzano gemoeten. Het vel was nagenoeg helemaal los, maar was nog wel aanwezig. Het zat nog vast met een sliertje wat ongeveer zo breed was als een luciferstokje.
De professor heeft het keurig gehecht en nu maar hopen dat het niet zou afsterven. Dan zou hij een transplantatie nodig hebben (stuk uit zijn been in zijn bil). De eerste drie dagen zouden daarin belangrijk zijn. Hij moest dan ook iedere dag terugkomen bij de dokter.
Aan het begin van de avond kwam Pieter dus thuis met 25 hechtingen in zijn bil en de mededeling dat zijn vakantie voor dit jaar er al op zat. Echt balen! Dus de rest van de week met z’n 6sen op pad in plaats van 7.
Zondagochtend schoof ik mijn gordijnen open en werd getrakteerd op een prachtig uitzicht op de Saslong.
Uitzicht op de Saslong.
We besloten die dag vroeg te vertrekken richting Col Rodella en Belvedère. De sneeuw was echt heel goed zo vroeg en zeker de pistes van Belvedère. Die blijven ook behoorlijk goed zo met de rug in de zon.
Een heerlijke lunch bij de Friedrich August Hutte maakte voor ons het feest bijna compleet. Want het is nooit perfect natuurlijk als er één van je groep niet mee kan. Gelukkig had onze zoon een laptop bij zich met wat dvd’s. Ook lukte het af en toe een draadloos netwerk op te pikken, zodat Pieter ook nog op internet kon.
Aan het eind van de middag werd de sneeuw toch behoorlijk zwaar op sommige piste’s.
Om terug te komen naar de Saslong moesten we heel de week via Piz Sella die korte zwarte piste hebben. Die is bovenin heeeeel smal en aan het eind van de dag natuurlijk ook nog eens heel druk. Grote hopen sneeuw waar we door moesten ploeteren, maar als je je niet gek laat maken door de drukte om je heen gaat het wel.
De zwarte vanaf Piz Sella. Deze foto is op vrijdagmiddag gemaakt. De enige bewolkte middag.
Mijn dochter stond ’s morgens met een paar Belgen in de lift. Die stonden elkaar te vertellen dat ze de vorige dag een Ollander in d’n ambulance hadden gezien met een gat in z’n achterste. Voor je het weet ben je dus bekend in het skigebied.
Op maandag kozen we voor de groene Sella Ronde. Vorig jaar niet afgemaakt vanwege een blessure van één van de andere mensen, dus nu moest het dan gebeuren. Weer vroeg vertrokken en we hadden de vaart erin.
We passeren de stenen stad.
Het was bijna nergens druk bij de liften en onze eerste pauze was bij Pont de Vauz, vlak voor Arabba, waar we een koffie en chocomel dronken. De kwaliteit was niet om over naar huis te schrijven, dus dit tentje wordt in het geheugen opgeslagen als ‘don’t’. Terwijl we Arabba passeren bedenk ik dat we ons dit jaar ook maar eens aan de Marmolada moeten wagen.
Mijn familie in de lift.
We waren al bij Colfosco rond lunchtijd. Vorig jaar hebben we daar bij toeval een geweldig restaurant ontdekt, dus daar gingen we weer eten. Met uitzicht op Val Mezdi. Dit restaurant bevindt zich aan het eind van lift nr. 36. Uit de lift ski je als het ware zo het terras op. De naam ben ik helaas vergeten. Net als vorig jaar weer lasagne met mozzarella en speck op. En weer net zo lekker. De rode wijn die we erbij gedronken hebben is onze vriendin niet zo goed bevallen. Naar haar zeggen zakte die in haar benen en de rest van de Sella Ronde (het laatste kwart dus) was voor haar zwaarder dan het eerste deel. We hebben haar een paar keer weer overeind moeten helpen voor we thuis waren. Dus voor haar geen rode wijn meer tussen de middag.
Op dinsdag richting Alta Badia met natuurlijk de Gran Risa. Maar eerst een telefoontje naar familieleden van onze vrienden, die in de buurt van La Villa logeerden. We troffen elkaar op een terras en dat was wel gezellig. Ik had die familieleden in aanloop op hun vakantie van wat informatie voorzien over het gebied en ik was wel benieuwd of ze het ook leuk vonden, zo de eerste keer in Italie. Er zaten ook 3 snowboarders in die groep en die vonden het ook erg leuk daar. Ik heb altijd begrepen dat vooral Alta Badia niet zo geschikt is voor boarders, maar in hun geval viel dat dus wel mee.
De Gran Risa was weer geweldig, zoals altijd. Een heerlijke piste. Wel steil hier en daar maar de sneeuw altijd fantastisch. Na de gezamenlijke lunch vertrokken wij weer richting Selva. Net als de dag daarvoor weer genoten op de Dantercepies. Heerlijke pistes waar de sneeuw zich ook nog heel behoorlijk houdt zo aan het eind van de dag. Zeker als je de hoge temperaturen in ogenschouw neemt.
Piste aan de zonkant van de Dantercepies. Deze piste heb je nodig zowel voor de groene als de oranje Sella Ronde. Dat is dan ook goed te zien.
Als we over het weilandje aangeskied komen staat Pieter, net als de voorgaande middagen, weer op het balkon. De meesten van ons zijn geen ster in het skiën op ongeprepareerde stukken, dus zo had Pieter tenminste ook nog zijn broodnodige portie vermaak.
Evenals de voorgaande avonden ging Pieter ook deze avond weer naar de dokter. Dit was toch wel een belangrijke dag, want nu zou toch ongeveer duidelijk moeten zijn of het vel goed zou aanhechten. Gelukkig was dat zo, want voor een eventuele transplantatie (10 dagen ziekenhuis) had hij naar terug naar Nederland gevlogen en zijn ouders natuurlijk in de auto er achteraan. En dat is niet wat je je van tevoren van de vakantie voorstelt.
Woensdag Marmoladadag. Weer eens wat anders dan gehaktdag. Ik heb maar niet gezegd dat het een pokkeneind is voordat je eindelijk daar boven staat. Vanuit Selva is Arabba eigenlijk de helft van de Sella Ronde. Tel daarbij op het uitstapje dat je maakt richting Malga Ciapela en daarna de Marmolada. Dan kom je aan het eind van de dag, als je weer thuis bent, toch aan zo’n anderhalve Sella Ronde. Dat heb ik natuurlijk van te voren niet gezegd. Maar we zijn tot nu toe altijd ruim op tijd thuis geweest ’s middags (meestal rond half 4), dus er was genoeg ruimte in het schema zullen we maar zeggen.
Op weg naar de Marmolada.
Mijn vriendin had al zo’n bang vermoeden dat dit tochtje wat langer zou gaan duren. Tijdens de koffie had ze al doemscenario’s voor het geval we ‘het’ niet zouden halen vandaag. Ik heb getracht haar gerust te stellen met de ruimte in het schema en de mededeling dat er ook nog taxi’s rijden. Dus alles zou goed komen. De pistes boven Arabba waren op zich wel erg lekker, alhoewel het wel druk was richting Marmolada. Het wordt echt tijd dat ze die stoeltjeslift vanaf het middenstation van de gondel, gaan vervangen. Wat een rij stond daar. Maar volgens mijn zoon waren de eerste beginselen van een nieuw liftstation al aanwezig, getuigen de betonnen muur die naast ons oprees.
Vanaf Passo Padon tot Malga Ciapela was de piste in één woord rampzalig. Wat een hopen papsneeuw. Mijn man begon al behoorlijk chagrijnig te worden en tot overmaat van ramp kwam er ook nog wat bewolking. We wilden natuurlijk wel helder weer daar boven.
Maar gelukkig hadden we dat ook. Terwijl we daar van het uitzicht stonden te genieten kwam er een helikopter zijn vrachtje lossen. Zo kan het ook ja. Dan hoef je in ieder geval niet die ramppiste te skiën richting gondel.
En uitzicht vanaf de Marmolada.
Helaas was er boven geen restaurant, hoewel ons pistekaartje dat wel aangaf. Dus werd de maaltijd genuttigd direct onderaan de Marmolada. Achteraf kende ik dit restaurant nog van mijn huttentocht 5 jaar geleden. Na dit jaar maak ik die fout echt niet meer. Slecht eten en duur. De spaghetti wordt opgeschept uit een bak en vervolgens sta je nog tien minuten in de rij voor de kassa en dus is je spaghetti koud. Op het terras werden we getrakteerd op een scène van een soort Nederlandse surrogaat Tokkie familie. Eerst hadden ze binnen al een geweldige bonje zitten maken en buiten gingen moeder en dochter nog even verder. Dochters monoloog eindigde in: “En pappa is gewoon een klootzak”, waarna ze vertrok met haar snowboard. Volgens mij begrepen zelfs de Italianen waar het om ging.
De terugreis naar ons pension werd toch nog spannend. Bij de laatste lift die we nodig hadden was het 5 voor 5. Maar goed we stonden toch weer op tijd bovenaan Ciampinoi, vanwaar we weer in één keer naar ons pension konden skiën.
Deze sportieveling kwamen we ook nog tegen.
Ze hadden deze winter een nieuw stuk zwarte Saslong gemaakt. Deze begint bovenaan bij Ciampinoi.
Donderdag werd een rustigaan dagje. Onze zoon had met Pieter afgesproken om een uur of half twee naar L Muliné te komen, waar we ook iedere avond aten. L Muliné is een restaurant aan de rode Saslong, in de bocht als je net het bruggetje onderdoor bent. Een fantastisch restaurant. Hoort wat mij betreft echt in het rijtje toppers thuis.
Vandaag eerst via de zwarte richting Selva. Behalve onze vriendin. Zij nam de rode. Ze begreep ook niet waarom wij de zwarte namen, terwijl er een rode piste naast ligt die je uiteindelijk naar hetzelfde brengt. Wat ze niet meer wist, is dat ze eerder deze week ook een keer de zwarte heeft genomen, alleen toen had ze dat niet in de gaten.
Skiles voor de carbinieri.
Later op de dag namen we ook de rode een keer. Die ging ook geweldig totdat we het laatste stuk op de zwarte uitkwamen. Die lag toen helemaal vol met grote hobbels en bobbels. En het vervelende is dan zo aan het eind van de dag dat het zo druk is daar. Maar goed, ook weer overleefd en nu nog één vakantiedag te gaan.
De vrijdag stond weer in het teken van familiegebeuren. De familie die in Alta Badia verbleef zou met de auto onze kant opkomen en dan een dagje met ons meeskien. Iedereen had het reuze naar z’n zin op één na. Een nichtje van onze vriendin was dit jaar voor het eerst aan het boarden. Dan is Alta Badia natuurlijk een heerlijk relaxed gebied met z’n vele blauwe pistes. Ze vond dit stuk (Val Gardena dus) veel te moeilijk. Nou ja, volgende keer beter zullen we maar hopen.
Mooi uitzicht vanaf het terras van de Friedrich August Hütte, waar we koffie dronken.
We hebben met z’n allen geluncht bij L Muliné, zodat Pieter ook gezellig met ons kon eten.
Die middag was het trouwens voor het eerst die week bewolkt. Moest toch nog de oranje bril tevoorschijn komen. Gelukkig kwamen we ook de laatste dag weer heel terug en konden de ski’s de dakkoffer in.
We hebben een heerlijke week gehad, met natuurlijk een hoofdrol voor de bil van Pieter. Voor hem was het een harde maar wijze les (heeft hij zelf ook direct al toegegeven). Iedere avond moest hij naar de dokter en het was in het begin spannend of de huid zou hechten. Later in de week was het weer spannend of er geen ontsteking aan het ontwikkelen was. Gelukkig is dat allemaal goed gekomen. Zondagmorgen thuis is hij naar een Eerste Hulp Post geweest in het ziekenhuis en alles was nog steeds goed. De hechtingen zijn er toen uitgehaald en hij moest nog een week of twee rustig aan doen.
Wij logeerden in pension Manuela. Een pension met 3 kamers. Er waren dus geen andere gasten dan wij. Dus ’s avonds in ons pyama in het ontbijtzaaltje (op dezelfde etage als onze kamers) nog een wijntje drinken en dan je bed in. Iedere morgen schoven we onze gordijnen open en keken uit op de Saslong, waar aan één kant de zon op stond. Prachtig! Onze gastvrouw was proper, aardig en behulpzaam. Zo ging ze bij haar schoondochter informeren op ze nog een zwembandje had van één van de kleinkinderen, zodat Pieter misschien wat beter kon zitten. De laatste ochtend wilden we om zes uur vertrekken. Ze is om kwart over vijf voor ons broodjes gaan halen. Toen we afscheid namen had ze tranen in haar ogen. Ze had die week ook een zwak gekregen voor onze Pieter. Tja, dat snap ik wel.
’s Avonds hebben we iedere dag gegeten bij L Muliné, het pisterestaurant. Het was voor ons vijf minuten lopen. Echt iedere dag fantastisch gewoon. Een aanrader.
Ons restaurant.
De lezer die het gebied enigszins kent zal waarschijnlijk opvallen dat we niet naar Lagazuoi geweest zijn. Ik zeg altijd tegen iedereen dat je dat absoluut niet mag missen en nu sla ik het zelf over. Laten we zeggen dat het kwam door een samenloop van omstandigheden. Volgend jaar bezoeken we beslist weer Lagazuoi met natuurlijk als hoogtepunt een maaltijd bij Scotoni.
De thuisreis bracht ons iets meer stau dan de heenreis, maar toch waren we rond een uur of acht ’s avonds thuis. Precies op tijd. Een vriendin van ons werd 40 die dag, dus we hadden nog een feestje.
Ik besef dat mijn verslag een beetje lang geworden is, maar helaas, ik kan niet korter.